De knuffels van meneer Wan

25 jun 2025 · 51 keer gelezen · 1 keer geliket

1.

Als je je ooit hebt afgevraagd hoe het is om in een winkel te wonen, dan zou je het aan de knuffels van meneer Wan moeten vragen. Of aan meneer Teddy, de winkelkat. Die blijft ook elke nacht slapen, samen met de knuffels.

Je hebt er ongetwijfeld ooit van gehoord. Tenminste, als je van knuffels houdt.

Het is de grootste knuffelwinkel ter wereld en hij ligt in de grote stad. Dat is tweemaal ‘groot’, maar wat knuffeldieren zo groot maakt, is dat ze grootse dingen kunnen doen.

2.

Misschien moeten we eerst meneer Wan voorstellen. Na het einde van de oorlog ging hij in de grote stad wonen. 

Daar wonen veel mensen en die had meneer Wan nodig na de oorlog. Om ze te vertellen over wat hij had meegemaakt en om ze te kunnen knuffelen. Wellicht is hij daarom een knuffelwinkel begonnen.

3.

De winkelbel is nog een echte bel. 

Meneer Wan staat in de werkplaats waar hij de knuffels maakt en herstelt, maar de winkelbel hoor je van ver.

Charlotte komt met haar oma de winkel binnen. Voor Charlotte is het de eerste keer dat ze er komt, voor oma niet.

Met elk van haar kinderen en kleinkinderen is ze met de trein naar de grote stad gereisd om een bezoekje te brengen aan de winkel van meneer Wan. Daar mogen ze een knuffel uitkiezen. 

Dit heeft Charlotte nog nooit gezien. Zoveel knuffels.

4.

“Dag Marlene”, zegt meneer Wan. “Ben je terug?”

“Ja. Maar niet voor het laatst. Tenminste, dat denk ik toch niet”, lacht ze. 

“Dit is Charlotte. Mijn vierde kleindochter. De volgende wordt een jongen.”

“Dat zei je vorige keer ook”, lacht meneer Wan. “Maar ik veronderstel dat Charlotte een knuffel mag uitkiezen?”

Charlotte knikt met haar hoofd. “Ja”, fluistert ze, maar het is bijna niet te verstaan. Zo stilletjes zegt ze het.

5.

“Dan zal ik je een paar mooie exemplaren laten zien. Is het goed dat ik knuffels van dieren toon? Soms zijn ze veel slimmer dan mensen. Mij hebben ze alleszins geholpen.”

Charlotte denkt dat meneer Wan iets over de oorlog gaat vertellen. Oma heeft haar al verteld dat meneer Wan de winkel is begonnen toen hij uit de oorlog kwam. Gelukkig was hij niet gewond, want dat gebeurt ooit in een oorlog, als je aangevallen wordt.

Als die dieren meneer Wan in de oorlog hebben geholpen, zullen ze Charlotte ook zeker beschermen. Oma heeft nog verteld dat meneer Wan een van de slimste mensen is die ze ooit heeft gezien.

6. 

“Dit is bijvoorbeeld een kameleon”, zeg meneer Wan. “Weet je dat die van kleur kunnen veranderen? Wij deden dat ook. Dan verfden we bijvoorbeeld onze gezichten groen, zodat de vijand ons niet zag in het bos.”

7. 

“En dit is een wolf. Wij huilden in het bos ooit zoals een wolf. Om de vijand af te schrikken. Zullen we het samen even proberen?”

“Whooeeeeeeeeeeeee”, huilen ze samen. Ook oma doet mee. Net als Teddy de winkelkat.

8. 

“En een hond?”, vraagt Charlotte, terwijl ze een knuffelhond vastneemt. “Kan die ook iets bijzonder in het bos?”

“Hij kan snel een prooi halen, maar een hond is bovenal heel trouw. En dat heb je in de oorlog ook nodig. Vrienden op wie je kan vertrouwen. Een goede vriend is daar misschien wel het allerbelangrijkste.”

9. 

“Van een slang weet je ongetwijfeld wat die kan”, zegt meneer Wan terwijl hij Charlotte een knuffelslang geeft. “Die kan heel goed sluipen. Dat moet je in een oorlog ook goed kunnen. ‘Goed laag blijven’, zei onze commandant altijd. Probeer zelf maar even te sluipen zoals een slang.”

Oma doet niet mee, maar Charlotte sluipt als een echte slang door de winkel. “Ja, jij kan dat ook”, zegt meneer Wan tegen Teddy de winkelkat, die ook aan het sluipen is.

10.

Samen bekijken ze nog heel wat knuffeldieren. Telkens heeft meneer Wan een bijzonder verhaal over het dier. 

“Weet je al wie je gaat kiezen?”, vraag oma. 

Meneer Wan ziet dat Charlotte twijfelt.

“Neem je tijd maar”, zegt meneer Wan. “Want een echte knuffel is zoals een vriend. Die blijft je altijd trouw. Enkel jij ziet wat er bijzonder aan is. Ik heb hier al veel kinderen over de vloer gehad en meestal komen ze later terug met hun eigen kinderen. Net als je oma. Ze vertellen me dan dat hun knuffel altijd hun beste vriend is geweest. En dat het soms leek alsof hij echt leefde.”

11. 

“Mijn beste vriend heb ik ook leren kennen in de oorlog”, zegt meneer Wan. “We hebben samen veel meegemaakt. Dat zorgt voor een speciale band.”

“Die heb je ook met je eigen knuffel, omdat je samen veel avonturen beleeft.”

“Maar het is nog beter dat je geen oorlog meemaakt, want veel goeds is daar nog nooit uit voortgekomen. Al dat vechten, bah. Je kan beter knuffelen”, lacht hij.

12. 

Charlotte kijkt naar alle knuffels in de winkel. Plots ziet ze een tijger. Die lijkt wel te bewegen. “Die tijger daar”, zegt ze. 

“Ah ja”, zegt meneer Wan. “Onze tijger. Normaal valt die niet op, want daarvoor dienen zijn strepen. Hij kan zich goed verbergen. Het is wel heel bijzonder dat jij hem ziet.”

Meneer Teddy komt ook kijken. Hij denkt dat het over hem gaat. Want katten zijn familie van tijgers. Meneer Wan neemt Teddy in zijn armen.

“Een tijger is best een gevaarlijk dier. Maar weet je wat er zo bijzonder aan is? Als hij niet aangevallen wordt, doet een tijger niets. Op dat gebied lijkt hij op een mens.”

13.

Terug buiten denkt Charlotte aan de verhalen die meneer Wan heeft verteld. 

Nu moet ze enkel nog een naam bedenken voor haar tijger.

“Oma, zullen we in de trein samen een naam bedenken voor tijger?”

“Goed idee Charlotte”, knipoogt oma.

In de trein denkt Charlotte al een tijdje na met tijger op haar schoot. Ze kijkt uit het raam.

“Zou meneer Wan het erg vinden als we tijger naar hem vernoemen?”, zegt Charlotte.

“Nee”, lacht oma, “dat vindt hij zeker niet erg.”

14.

Zo ging tijger voortaan door het leven als meneer Wan. Hij is trouwens niet de eerste knuffel met die naam, dat kan je wel denken. 

Je hebt er ongetwijfeld ooit van gehoord. 

 

(einde)

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

25 jun 2025 · 51 keer gelezen · 1 keer geliket