De koning van het schaakspel.
Zie hoe willoze pionnen
in een schaakspel moeten bloeden,
een in se onmachtig koning
voor de val helpen behoeden.
Of hoe trouwe brave knechten
steeds weer dapper blijven lopen,
en het strijden voor die koning
met de ondergang bekopen.
Zij die torens gaan beklimmen,
zij die werken als een paard,
zomaar zwoegen zonder vragen:
is die koning het wel waard?
En de koningin die schittert,
spreidt de grootste kracht tentoon
opdat haar gemaal, de koning,
niet beroofd wordt van zijn troon.
Want die koning is maar zwakjes,
uit zichzelf heeft hij geen kracht;
slechts door zij die voor hem werken
rest hem nog een schijn van macht.