Mijn moeder koos de dood als gast bij haar verjaardag.
Vijftig lange jaren reeds loopt ze in zijn schaduw.
Niet bevreesd wel bedroefd.
Ze redt zich door dit beproefde leven,
met tegenzin blaast ze licht in de dag.
Door sterk te zijn en niet te denken
aan denken aan
hoe of wat
had kunnen zijn.
In de duisternis van de eeuwige nacht
ligt haar toekomst
verstild
als een ijssculptuur
nog steeds als op
de laatste dag.
Ik wou dat ik haar wakker kussen
kon al is het
daarvoor nu
te laat.