hij poogt nog wel
die kleine krab zijn
drafje is vrij snel
helaas te traag het
water is al weg
het tij dat hier
eenmalig kwam
verdween voorgoed
de duin wuifde
hem manend weg
het lege strand
wacht nergens op
de korrel weet
niet goed waarom
de massa zwijgt
er blijft nog tijd
voor ieder kind
om hier een grote
burcht te bouwen
meters hoog
de kust is droog
er is de wind
die nog wat speelt
twee wervelende
stormen kent
de krab zit nu
onder een steen
terwijl het wier
zich eten laat
zingt een garnaal
het liedje is
heel zacht zo licht
dat zelfs de zon
zich plooit een straal
of twaalf vergeet
de nacht daarmee
een sjaaltje breit
het is voor mij
nog net op tijd
komt er een slaap
die vraagt of ik
een plaatsje heb
die kille maan
verleidt altijd
de kleuren van
die regenboog
te loom om nog
een regen te
trotseren
uit de reeks 'Kleinood'