De Meeste Dromen

Proza(c)
31 okt 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Luc was plots wakker geworden, en hij kon de slaap echt niet meer vatten. Hij twijfelde wat hij zou gaan doen. Buiten was het koud, en er was sowieso niemand op de baan. Anderzijds was het ook geen avance om in zijn hol te blijven liggen als hij toch niet kon slapen. Hij at een halve kastanje die hij nog had liggen, en kroop naar boven. De bovengrondse wereld was helemaal bezaaid met sneeuw, en Luc was ontdaan door de onwezenlijke schoonheid van het witte pluche dat de hele bodem bedekte. Hij wou dit delen met zijn vrienden, en hij maakte iedereen wakker. “Gasten, ge moet komen zien!”
Een beetje ontstemd door de bruuske onderbreking van hun winterslaap, kwamen de andere egels wat loom naar buiten gewaggeld. Bij het zien van het prachtige sneeuwtapijt gingen ze helemaal loos. Ze wentelden zich in de sneeuw, maakten sneeuwballen, en hadden winterpret zoals nooit tevoor. Na een poosje waren alle egels uitgeput, en kropen ze terug in hun hol. Luc had het hele tafereel verbouwereerd gadegeslagen, en zag nu hoe de hagelwitte sneeuwlaag was veranderd in een hoop ongestructureerde bruine prut. 
Luc kroop ontstemd terug in zijn bed. “Ik was gewoon beter thuisgebleven,” mokte hij. Hij draaide zich in een bolletje, en viel in een diepe, diepe slaap. Hij droomde over vrouwtjesegels, kastanjes, en een prachtige witte wereld.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Proza(c)
31 okt 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket