De passie van de Parfumeur

Ruth A
28 okt 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Pas op zijn sterfbed vertrouwde de Parfumeur zijn zoon het geheim toe. Hij liet de jongen bij zich komen en vroeg hem een plastic zak mee te brengen. Verbaasd voldeed hij aan zijn vaders verzoek.

Met zijn zoon naast hem gezeten, begon de oude man te vertellen. ‘Luister, jongen. De basis van mijn parfums bestaat voornamelijk uit water en toevallige kruiden. Wat ze echter zo speciaal maken en wat de mensen terecht bestempelen als een herkenbaar maar vreemd luchtje, is het erin verwerkte tinctuur van menselijke extracten.’ Hierop fronste de zoon de wenkbrauwen, zijn lippen weken reeds uiteen om een vraag te stellen, doch de Parfumeur snoerde hem de mond met een afwijzend gebaar.

‘Nee, ik ben geen Grenouille. Op zolder liggen weliswaar honderden exemplaren van ‘Het Parfum’ van Patrick Süskind: attenties van klanten die me op een originele manier wilden bedanken voor de exquise odeurs waarmee ze zich elke morgen konden besprenkelen. Parfums waardoor ze zich zodra de eerste druppel hun oorlel raakte, succesvol voelden, uniek, aantrekkelijk, betrokken, geïnspireerd, gewaardeerd. Nee, nee, moord zou me niets opgeleverd hebben. Integendeel, de meest fascinerende feromonen distilleerde ik uit de lucht van de levenden. Ach, de ademstoot van de atleet, het balsem der beweging!’ Bij deze woorden verwijdden de neusvleugels van de Parfumeur zich en het was alsof hij zich de geuren niet alleen herinnerde, maar ook effectief opnieuw kon ruiken.

‘Met de minuscule stoffen die hun longen vrijgaven, stelde ik de meest explosieve boeketten samen,’ vervolgde hij. De zoon merkte hoe de stem van zijn vader op dat moment zwakker begon te klinken, het vertellen leek hem uit te putten. ‘Vader,’ zei hij, ‘Wellicht wilt u even rusten. Zal ik later terugkomen?’ De oude man voelde zijn krachten echter snel afnemen. Bevangen door de urgentie van het moment, hij had de formules nog niet volledig geopenbaard, verzocht hij zijn zoon te zwijgen en te luisteren.

De Parfumeur beschreef daarop hoe hij in zijn jonge jaren vaak ging wandelen in het park. Daar werd hij meer dan eens uit zijn gedachtegang opgeschrikt door voorbijflitsende fietsers en joggers. Het viel hem op dat nog lang nadat de renners uit het zicht verdwenen waren, hun geur zich als een trage, onzichtbare sluier leek te ontrollen. En terwijl hij door die optrekkende nevels van uitgewasemde prestaties slenterde, was het alsof hij toegang kreeg tot het persoonlijk domein van de passanten. Hij werd overmand door emoties van doortastendheid, verbeten volharding, euforie. Een plastic zak die toevallig rond een bank dwarrelde, had hij in een opwelling opgeschept en dichtgeknoopt vooraleer de wind eruit kon ontsnappen. In zijn labo thuis hevelde hij de gevangen geuren over in een systeem van buisjes, flacons, dampvaten en distillatietubes - een complex gebeuren dat hij niet helemaal in de hand had maar dat gestuwd werd door een niet aflatende scheppingsdynamiek.

Het resultaat was adembenemend, aldus de Parfumeur, en hij had het proces in de loop der jaren steeds verder op punt gesteld. Zijn ogen schitterden en de gelige schijn die reeds in zijn gelaat was getrokken, lichtte oranje op. De hernieuwde energie was slechts van korte duur. Net had hij de juiste opstelling en verdeling van de elementen aan de jongen toevertrouwd, of hij blies zijn laatste adem uit.

De zoon prees zich later gelukkig dat hij de zak nog net op tijd over het hoofd van zijn vader had weten te trekken. Niet lang daarna fabriceerde de erfgenaam zijn eerste meesterwerk, een gloedvol parfum waarin de klanten een onsterfelijke passie meenden te herkennen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Ruth A
28 okt 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket