"Maak het kort alsjeblief, ik heb wel wat anders te doen dan die bende van jullie bezig te houden" sprak Regenworm geërgerd toen hij zijn kale kop boven de grond stak. "Nou, nou meneer Worm, ik zou bijna denken dat u vanmorgen met het verkeerde been uit bed bent gestapt, maar dat kan natuurlijk helemaal niet." Dat was de onmiskenbare zacht zoemende stem van juffrouw Bij. Zij werd door iedereen graag gezien. Had je problemen met je wintervoorraad dan kon je bij haar wat honing lenen en als je een probleem had met de buren dan kwam ze graag even bemiddelen. Kortom, juffrouw Bij had voor zichzelf een bepaalde status verworven. "O, juffrouw Bij " sprak Regenworm duidelijk geschrokken " U hier. Is er iets? Heb ik misschien iemand voor het hoofd gestoten?" vroeg Regenworm met plots teruggevonden nederigheid. "Meneer Worm we hebben een groot probleem en we hebben uw hulp nodig" stak juffrouw Bij meteen van wal.
Vlieg was langsgeweest. Hij kwam uit het oude huis waar de Tweepoters wonen. Hij had er opgevangen dat de tuin vanaf morgen grondig aangepakt zou worden. Niets zou nog hetzelfde blijven. Een Tweepoter zou zelfs gezegd hebben dat alles dan maar weg moest. Nu hadden de medebewoners tot op vandaag nog niet veel last gehad van de Tweepoters. Sinds zij het oude huis hadden ingenomen waren ze amper in de tuin geweest. De enige die niet te spreken was over de Tweepoters was mevrouw Spin. Niet alleen hadden ze al haar webben vernield maar ze was ook nog eens het huis uitgezet. Ze was verbannen naar het gammele schuurtje. Als de Tweepoters naast het oude huis nu ook de tuin zouden gaan inpalmen dan zouden ze allemaal dakloos worden. Juffrouw Bij was alvast langsgeweest bij de oude Spin om te bemiddelen. In ruil voor kostbare vlierbloesemhoning kreeg iedereen een plekje in het gammele schuurtje. Net zolang tot ze een nieuwe woonst hadden gevonden. “Nou “ zei Regenworm “ dat hebt u mooi opgelost. Dank voor het verwittigen, ik kom er zo aan”. “Niet zo snel,” zoemde juffrouw Bij “we hebben nog een probleem”.