Zij zingt voor ons haar lied, de zee
Een symphonie van wel en wee
Met zoetgevooisde klanken
Om de schepper te bedanken
Gedirigeert door de hijgende wind
Die nergens een rustplaats vindt
Witschuimende golven
Als huilende wolven
tuimelend op het strand
Vloeiend over ’t zilte zand
Komen en gaan
Op het ritme van de maan
De meeuwen schreeuwen neem ons mee
Gij machtige zee
En de zee zingt eeuwig door
Als een kreunend slavenkoor