Vandaag zag ik de dood
op straat liggen, gespreid
over de ledematen van de vergankelijkheid
dat een mensenlichaam nu eenmaal is.
Hij had geen jas aan
en ik zag het einde
op zijn vel tekenen in kleuren
die het leven niet beheerst.
Met open armen lag hij daar,
alsof hij zich klaarmaakte
om weg te vliegen. Misschien
wilde het lijf vooral geloven
dat wanneer de dood fluisterde,
dit eindelijk het begin was
van een zorgeloos leven.