Elke dag sta je voor de spiegel maar zelden zie je jezelf
pakweg om de veertien jaar zo ‘s avonds rond half elf
De dagen erna ben je moeilijk te herkennen
je praat in spiegelbeeld met onzichtbare pennen
Je schenkt jezelf een glas aftands geduld
waarmee je laatst je kiezen voor een lange tijd had gevuld
Je kijkt om je heen en zoekt gelijken
Onder de vuurtoren, op sociale media en in achtergestelde wijken
Een winter lang lijk je enkel te bestaan wanneer je slaapt
terwijl je daar al dromend, de volgende jaren samen raapt