Met de rug
ligt ze naar mij toegekeerd,
de zee van ongekende diepte.
En ik voel de aanwezigheid
van haar golven van vragen.
Storm in aantocht.
Opgesloten
in een sneeuwbol.
En ik weet, te hard schudden;
Breekt het glas.
Dus ik kijk, ik voel en ik lees
de rug van een gesloten boek,
de zee van ongekende diepte.