Het is stil in de zaal en de stoel trilt
onder het zenuwachtige beengestamp
van de man aan het einde van mijn rij.
Voetstappen zijn hoorbaar en het wordt nu muisstil en donker
Het blauwe gordijn rolt open en verdwijnt in de coulissen
De microfoon kraakt zachtjes
Haar hand grijpt het statief
en haar lippen raken het koude zilver bijna aan
Een zucht net voor ze begint
Die hoorbaar is door de hele zaal
De spot gaat aan en schijnt enkel op haar
Niets anders is zichtbaar
Alle ogen kijken haar aan
Adem die wordt ingehouden
Zelfs het trillen houdt op.
Haar rood gestifte lippen openen zich
en het geluid dat uit haar keel komt
beweegt zich in een sneltempo tot in elke hoek van de zaal
door elke vezel van mijn lichaam
Haar ogen stralen een intens verdriet uit
Een gebroken hart
Dat zingt van ‘Cucurucucu Paloma’
Klanken van een duif
die mooier klinken dan het mooiste geluid
dat een vogel maken kan
Het lied dat elke ziel doordringt
Het is alsof ik elk hart
dat ooit passie heeft gekend
hoor breken rondom mij.
De passie wordt verdrongen door verdriet
Een zoute smaak op mijn lippen
van het water dat de weg neerwaarts zoekt
Ik veeg met de rug van mijn hand
de tranen in een vloeiende beweging weg.