Tien luttele dagen om een verhaal te schrijven. Terwijl het mij totaal aan inspiratie ontbreekt.
Nog één keer wou ik hier komen.
Op deze plek waar ik zoveel mooie zomers doorbracht, hoopte ik mijn gesprek met de muzen weer aan te binden.
Op mijn bureautje ligt een wit blad geduldig te wachten in het gezelschap van mijn pen.
Soms rimpelt het even bij de aanraking van de wind alsof het zeggen wil, ik wacht, ik wacht op de restanten van jouw schrijversziel.
Maar na een lange afwezigheid lag mijn schrijftafel onder een dikke stoflaag en blijkbaar heb ik met mijn stofdoek de laatste restjes van het verleden door het raam uitgeschud. Ik keek ze nog even na toen ze zich bevrijd lieten meevoeren door de wind. Ik keek toe hoe ze zich één maakten met het universum.
Ik heb mijn hemelsblauwe jurk aangetrokken, het zou niet eens opvallen als ik met ze meevloog.
Het eindeloze zicht op de helderblauwe lucht en het zacht kabbelende water doen mij echter dromen in plaats van te schrijven.
Zo vaak was de zee mijn muze maar vandaag ontneemt ze mij alle woorden. Desondanks overspoelen golfjes van geluk mijn lijf en mijn gemoed, ik voel me goed.
Ik koester mij in de warmte van de zon, een zomerbries streelt mijn haar, loom geef ik me over aan mijmeringen.
Ik hoor een vrolijk kinderstemmetje.
‘Kijk eens wat een mooie schelpjes mama.’
Onder mij klotsen de golven voorzichtig tegen de rotsen, ook zij willen deze vredige zomerdag niet verstoren.
Je moet vandaag niet schrijven, fluisteren ze me toe,
morgen misschien of overmorgen,
er resten nog 3 dagen.
Een zeilbootje verlaat de haven en ik vaar even mee terug in de tijd.
Tot het stipje aan de horizon verdwijnt en mijn mijmeringen met zich mee neemt.
Nog één keer wou ik hier komen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.