Ik sta voor de poort.
Waar iedereen over praat,
maar nooit heeft gezien.
Het is meer een deur, denkbeeldig.
De deur heeft geen bel.
De deur heeft geen sleutelgat.
De deur heeft geen deurmat.
De deur heeft geen deur.
De deur is een mond.
Die zegt: welkom terug.
Ik herken de stem van oma.
Ik hoor opa op de achtergrond.
“Je hebt geen sleutel nodig.
Je hoeft je voeten niet te vegen.
Je kan zo naar binnen.
Je bent weer thuis.”
Het voelt alsof ik nooit ben weggeweest.