voeten vegen regen
knieën kirren klacht
daar wringt het eerste woord
elleboog werkt mee
kousen nat van staan
handen schuiven aan
een zin sneed in het tafelkleed
tenen trekken teder
lippen op de klippen
rijmen doet het leder
een mond vol goud
nagels bijten eelt
nogmaals het woord dat speelt
een dialoog loog torenhoog
monden weke worpen
veger weet het beter
teder weer de beer
handen heffen zweet
lip voor lip voorzichtig
woorden keren niet meer weer