Dialoog: Stap 1

Wout
29 nov 2024 · 5 keer gelezen · 0 keer geliket

- Maar jongen toch.
Een termos troost, twee tassen en enkele koffiekoeken van de bakker om de hoek op het doorzichtige, doorleefde tafellaken. Ze heeft haar keukenschort nog aan, de aardappelen zijn reeds geschild, de boontjes gedopt. Ze brengt haar hand naar haar hals en staart hem aan. De tranen staan in haar ogen. 
- Het is niet anders, antwoordt hij. Hij kijkt naar zijn voeten, zijn armen gevouwen voor zijn borst. Nooit goed geweest in dit soort gesprek, denkt hij bij zichzelf, maar het moet nu maar. 
De bezorgdheid wordt zichtbaar op haar voorhoofd. Twee verticale lijnen verschijnen tussen haar wenkbrauwen. Een frons. De vragende blik. Ze neemt haar stoffen zakdoek uit haar mouw, snuit haar neus en zegt: 
- Ik dacht dat dit achter de rug was.
- Niet dus. Niet voor mij. Het gaat hier om mijn leven, mijn verleden.
Zijn handen liggen nu op zijn schoot, gebald in een vuist, zijn rechterbeen trilt. Even doorbijten nu, dan heb ik mijn plicht gedaan.
- Heb je al met Va gesproken? Ze reikt haar hand uit naar de zijne. en vervolgt: Je zal hem hier pijn mee  doen.
- Ja, weet ik. Zijn kaken klemmen even op elkaar.
   Ik wilde het eerst aan jou zeggen.
Hij kijkt haar aan nu. Snot druipt uit haar neus. Wat zijn mensen lelijk als ze wenen, maar wat hou ik van haar. Hij kijkt weer weg, de vlek op het tafellaken, een souvenir van afgelopen Kerstmis, is een welgekomen afleiding. 
- Heb je hier goed over nagedacht?
Voor het eerst zoekt hij oogcontact. 
- Ja, zegt hij vastberaden. Een diepe zucht, de last valt af.
- Dan moet het maar.  Berustend leunt ze achterover in haar stoel.


Het is voorbij. Al begint het pas.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Wout
29 nov 2024 · 5 keer gelezen · 0 keer geliket