twee kalende mannen met lange dunne rimpels
en wilde wenkbrauwharen
geven elkaar de krant door
drinken koffie
in deze zaak
in deze ochtend
bespreken wat ze denken te lezen
vijf grijze vrouwen rond een ronde tafel
eten ontbijt
eigeel druipt van hun vorken
bespreken wat ze denken te weten
de espressomachine achter de toog stoomt, pruttelt
het klinken van koffiekoppen
het is moeilijk om de neiging te onderdrukken
dit moment plechtig uit te breiden
alsof het niet vervliegt en al vervlogen is
een uitdeiende koffievlek vloeit over mijn tafeltje
als onuitwasbare inkt vloeit
diep diep in de vezels van het tafellaken
diep diep in de nerven van het houten tafelblad
en toch toch is er niet meer dan wat er is
en toch toch kan ik het niet laten