verbeten werken wij ons door de jaren
het waterdichte dak boven het hoofd
een houten garderobe voor ons vermoeide lijf
(elke zondag lig ik droog, ik bid in haar)
op dit land oogsten wij trots en snavels in de roos
zo blijven wij weg van zatte lieden en armoede
(elke zondag lig ik droog, hij bidt in mij)
wij bouwen aan de toekomst van een zoon
voorzien het bos van kabouters van mos
en kopen sieraden voor bomen in hun groei