Mijn leven was diep getekend,
Aan een rolstoel geketend,
Een virus, een onbekend kak,
Liep door mijn bloed met oppermacht,
De tijd, mijn leven viel stil,
Geen school, geen leven meer,
Mijn familie, mijn grote zus leefde mee,
Dit leven te ondergaan, zo kil,
Elke dag duwde en trekte mijn zus,
Mijn lichaam in deze gehandicaptenbus,
Maar toen ik de luxe beleefde,
Van aandacht en duwerij,
Had mijn puber zus geen energie meer,
Een helling in zicht en toen was het voor mij voorbij.
Silex