Vandaag had ik de dood in mijn hand,
het had het lijf van een heel klein musje.
Vol vertrouwen keken zijn ogen in de mijne.
Ze puilden uit toen ik kneep,
en kneep,
tot zijn keel zo fijn was als een draadje.
De dood had het begrepen,
want ik had het in mijn hand,
en toen langzaam de kleur uit de oogjes verdween,
leek ik een kristal
die eindelijk de wereld had gegrepen.