In mijn oude herfst lopen de bomen
Mij voorbij in dreigende dromen
Laat mijn geest niet in hun kruin kruipen
Laat mij langs veilige paden wegsluipen
Ik tracht de laatste takken vast te grijpen
De bomen in het bos te begrijpen
Hun ogen kijken me somber aan
Ze lijken er nu enkel te staan om te vergaan
Wanneer de ekster vlug haar vleugels beweegt
Haar zoveelste diefstal met vlucht pleegt
Loop ik schichtig door het schemerduister
Herhaalt een echo de woorden die ik fluister
Vang ik het ruisen aan de rand van het bos
Draaien mijn gedachten er verward op los