Dreef der Gedachtenis

20 mrt. 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Dit is een hoek van de begraafplaats aan de Viale Rimembranze in Crone, nabij het Idromeer in Italië. Dreef der Gedachtenis.

Bijna vier jaar geleden schreef ik, na de plaats bezocht te hebben, het volgende:

 

 

En dan het dode meisje. Achter het kerkje in Crone volgde ik een weg, omboord met zwart-witfoto’s van wereldoorlogshelden, die naar een begraafplaats leidt waar bloemen overheersen. Roze, geel, rood; ze verstikken de graven, verbergen de urnenwanden. Ik zocht daar naar het recentste graf, een verse dode. Bij een urnennis met daarvoor drie vetplantjes zakte ik door mijn knieën, om zo de foto te kunnen bekijken van de Italiaanse schone met weelderig krullende haren. Dat zo’n schoonheid verloren was gegaan, trof me. Ik blijf haar gezicht voor me zien, maar verder wou ik niets laten doordringen, omdat ik al voorvoelde dat ze me zou achtervolgen. Geen naam, geen exacte leeftijd (ik herinner me alleen dat ze ergens in de jaren ’90 was geboren), ik heb nièt de liefdesbrief gelezen die erbij lag, ik heb geen foto van het graf genomen, ik ben er de dagen erna niet naar teruggekeerd. Alleen de sterfdatum (13-05-2014) en het gezicht.
En in de auto op weg naar huis voel ik me dus triest om dat meisje over wie ik niets weet. Omdat ze gestorven is. Omdat er zo veel sterft.

 

 

Die Italiaanse schone is me gevolgd tot in 2018. Over twee maanden zal ze vier jaar dood zijn.

Ik heb nu spijt dat ik geen foto nam van haar graf. Haar naam, haar foto met het gezicht dat ik inmiddels vergeten ben (ik zie alleen rosse krullen), de liefdesbrief verpakt in plastic. Ik denk niet dat die er nog ligt, maar ik hoop het wel.

Vanochtend moest ik plots aan haar denken, zomaar, zonder aanleiding. Of toch een die niet te achterhalen valt. Ik dacht: ik ga haar zoeken op google streetview. Haar zo dicht benaderen als ik kan.

Ik typte de plaats Crone in de zoekbalk, vond er nog moeiteloos mijn weg, arriveerde met een paar klikken in de Viale Rimembranze, kwam noodgedwongen tot een halt vòòr de, nochtans openstaande, poort aan de hoofdingang van de begraafplaats. Via een zijweg, die ik wel kon betreden, bereikte ik de achterkant van de plaats, waar ik mij ook een poort herinnerde. Die was zowel in 2014 als op de foto dicht.

 

Ik herinner mij hoe ik diep op de begraafplaats was doorgedrongen, ik was er alleen en het was er zo stil, de bergen hoog en onoverkomelijk rondom mij. En toen kwamen er drie in het zwart geklede vrouwen door de poort die inmiddels ver achter me lag, ze naderden en liepen me voorbij, zonder naar mij te kijken. Ze praatten niet. En toen ik even na hen een hoek omliep, waren ze weg. Ook al was het kleine stuk achteraan, voorbij die hoek, met lange rijen urnennissen, erg overzichtelijk. Het kon niet anders of ze waren door de achterpoort weer weggegaan. Ik voelde aan de poort, maar die was op slot. En toen werd die stilte zo zwaar, dat ik mijn hart hoorde kloppen. Het enige levende hart daar.

 

Dus daar op de foto, achter dat zwarte hek, het hoekje om naar links, ter hoogte van de drie vuilniscontainers, staat onderaan tegen de grond de urne van het mooie meisje. Een meisje zo heel erg mooi dat je je nauwelijks kan voorstellen dat zij zou doodgaan.

Alleen, zag ik toen pas, is zij er nog niet op deze foto. Hij werd genomen in 'sep. 2011'. Zij is dan nog aan het leven. Nog tweeëndertig maanden. Wellicht loopt zij daar ergens rond, mooi te wezen, zich afvragend wat ze vanavond zal dragen voor het feest. Zich nog van geen kwaad bewust. Misschien kent ze de briefschrijver, die om haar zal gaan treuren, nog niet.

 

Ik sluit de foto weer, en ook mijn gedachten over haar. Misschien duikt ze over enkele jaren opnieuw op in een stukje. Als ik er dan nog ben.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

20 mrt. 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket