Zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ˈdrɛmpəl]
Een drempel is een zichtbare of onzichtbare verhoging opgebouwd uit azobé, meranti, vuren,
lafheid of leugens. Ook een lucifer kan een drempel vormen.
In zijn natuurlijke vorm een verondieping over de volle breedte van een riviergeul
veroorzaakt door sedimentatie of een erosievaste laag. Bij het hardlopen wil men liefst
de anaërobe drempel verleggen. In horizontale vorm op hoogte
vergelijkbaar met een glazen plafond. Oorspronkelijk ook wel onderdorpel.
Zie ook drempelvrees, drempelwaarde en bedremmeld.