Drie lege doeken hangen aan de muur.
Moderne kunst, minimalistischer kan niet.
Het is aan mij, kijker, om ze in te vullen.
Ik pak de penselen van mijn fantasie en schilder.
Op het eerste doek schilder ik mijn jeugd.
Een zwarte slang, de weg naar school,
loopt kriskras door de stad.
De kasseien bezorgen me hoofdbrekens.
Op het tweede doek schilder ik mijn studententijd.
Een gorilla, de overmoed,
slaat zich op de borst.
De boeken en bierglazen stapelen zich op.
Op het laatste doek schilder ik mijn huwelijk.
Huisje, boompje, beestje.
Twee kinderen, een man.
En ik? Ik heb me helemaal weggecijferd.