Elfriede liep de kleine trap op, de treden kraakten onder haar voeten. verdorie, dacht ze, straks hebben ze me gehoord, maar alles bleef stil. Met bozend hart sloop ze de slaapkamer binnen. Sebastiaan had niets gehoord, hij sliep vast, tot ze aan z'n arm schudde:'wakker worden!' riep ze wanhopig. Z'n ogen vlogen open:'elfriede, wat doe jij hier, dat was niet onze afspraak!' blafte hij haar toe. Ze hield zich sterk:'ik ben zwanger van jou' zei ze. zijn blik verduisterde, met woeste ogen keek hij haar aan : 'nee, stom wicht, die bastaard is niet van mij begrepen en maak dat je wegkomt!'tierde hij Elfriede liep huilend de kamer uit.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.