na dat seizoen in de hel
bestond het licht niet meer
ook voelt het best beroerd
wanneer de mol een onderstroom
ontmoet vol met verloren bloed
iets zoog aan hoop en land
het wil dat eeuwig blijven doen
die dorst is morgen niet voorbij
tegenspoed vindt nooit geen rust
zijn bed is ver en onbeslapen
de fakir glimlacht wisselt
nog een keer van kant zijn linker
schouder kent de spijkers al
een ziel ontwaakt opent de ogen
voelt die pijn van oude bliksem
die het kinderbadje trof
er is nog daglicht, beweert Icarus
de warmte heb ik vastgenageld
aan een dapper schuin plafond
straks vind je weer wat kracht
om helemaal opnieuw
een
kind te worden
van de zon
uit de reeks 'Waanhoop' met een handgeschreven kopie voor het bundeltje 'Duim voor Dimitri'