De tent was in een diepe rust gehuld. Saar sliep vast in de armen van haar vriend Bram. Die laatste kon de slaap niet vatten, zijn gedachten sloegen op hol. Natuurlijk hield hij van Saar, maar zich echt aan haar binden kon hij dat wel? met een zucht liet hij haar los en kroop voorzichtig uit de slaapzak. Saar schrok wakker:'wat is er? ' vroeg ze. 'niets Saar' zei hij en wilde de tent alsnog verlaten, tot hij de grond onder zijn voeten voelde daveren, het gerommel werd luider. De grond scheurde open.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.