Een gewaarschuwd man is er twee waard: ik kon douchen, we hebben een handdoek voor je, maar breng je eigen zeep mee. De verwachting dat ik zou zweten had niks te maken met het takenpakket dat ik normaal voor mijn bezorgde werkgever uitvoer, wel met het afnemen van een inspanningstest van het hart.
Dat wordt verondersteld ongestoord en onverstoorbaar het ritme aan te houden, en geen slag over te slaan - tenzij het getroffen wordt door een bliksemschicht, uiteraard.
Thuis, vanuit een zetel waarin sinds twee uur vakantie heerst, komt een andere ritmestoornis me tegemoet. 'Ik verveel me'. De puber heeft last van de gapende leegte die komt na een tijd van geconcentreerd, monomaan werken. 'Maak een puzzel', suggereer ik, maar het vooruitzicht eerst duizend stukjes te moeten omdraaien en de kantjes eruit te vissen, is hem te vermoeiend.
Er ligt nochtans nog een mooie in de kelder. Bloemen, een bergdorpje, stralende hemel met wat schapenwolkjes.
Het bericht kwam op zaterdagavond, als een donderslag bij heldere hemel. Of ik maandag wat eerder op het werk kon zijn? De baas wou me even apart spreken, nog voor onze directievergadering. Het was rotweer, de files lang en het gesprek kort. Dat was ook de werkdag, de werkweek en de werkmaand. En mijn carrière bij die werkgever.
Wat doe je wanneer je op een maandagochtend om kwart na negen terug thuis bent, terwijl je nog het hele weekend op je cijfers hebt zitten wroeten? Je bent kwaad, je belt een reeks mensen, zoekt een advocaat, maakt afspraken, maar zo ergens in de vroege namiddag besef je al: er is teveel tijd om in één keer in te kunnen vullen.
Een puzzel. Die gaat je helpen om je gedachten op orde te krijgen. Een shortcut naar zen: bloemen, bergdorpje, stralende hemel met wat schapenwolkjes. Tegelijkertijd verdiep je je in het vrouwentornooi van Roland-Garros en tel je de uren af tot je je zoontje van school kan halen - dezelfde die zich nu puberaal verveelt. Je wringt je tussen de huishoudelijke taken, en misschien, heel misschien, ga je een kamer in huis schilderen.
Niets doen is moeilijker dan het lijkt.
Eerst is er rusteloosheid, maar verveling zet snel in. De tijd voor je wordt een vormeloze, kleverige brij, en wat je je ooit ook had voorgenomen om te doen als je maar de tijd zou hebben - een roman schrijven, een marathon lopen, een blog beginnen desnoods - daar lijk je in de eindeloosheid van de meeste dagen maar niet aan te kunnen beginnen. En ook de vierde muur van die kamer wacht nog steeds.
Hoe kostbaar is tijd echt? We nemen als vanzelfsprekend aan dat het leven sneller gaat dan ooit tevoren, dat vooruitgang en beschaving in ons een hoogtepunt vinden. Te snel gaat het zelfs. Maar het nieuwe doel, slow food, slow seks, slow travel, gooien we nagelbijtend overboord in onze voort schuifelende auto's en stilstaande treinen. Voor ons moet het toch vooral vooruit gaan.
Behalve misschien dan voor dat ene meisje, een paar plaatsen van je vandaan in de trein. Zij kijkt de hele reis zo maar een beetje voor zich uit. Zich volledig onbewust van de omgeving, en al zeker van mijn bijkleurende blik, geeft haar gezicht afwisselend uitdrukking aan alle mogelijk emoties. Ik zie angst, bewondering, woede, verlangen, onzekerheid, genot en ongeduld passeren. En dan durf ik niet eens het hele half uur kijken.
Bliksemschicht.
Als er al verveling bij is, dan is het een sierlijke vorm. Niet veroorzaakt door het tot stilstand komen van het ritme van het dagelijkse werk of door het tegengestelde daarvan, het eindeloos doorgaan van steeds hetzelfde. Zij lijkt de leegte van de treinrit te omhelzen met een ritme dat steeds wisselt, vol met leven en ver van de gelijkmoedigheid, die zo makkelijk te verwarren is met onthechting. De val van verveling ligt misschien net daar, tussen de rust van de oneindigheid, en de berusting in de ketenen van het hart en de geest.
'Misschien moet je gewoon iets geks doen', zeg ik tegen mijn puber. 'Iets wat je nog nooit heb gedaan, iets waar je nog nooit aan gedacht hebt om te doen. Wedden dat je dan als Zeus bliksemschichten kan rondstrooien en meisjesharten in duizend stukjes laten breken?'
Hij kijkt me meewarig aan. 'Morgen misschien', mompelt hij. En sloft naar een herhaling van een Top Gear aflevering, waarin snelheid als enige god wordt aanbeden.
Met mijn hart is overigens niks mis, op die paar barsten na, die komen met de leeftijd.
Dirk Van Boxem
meer op www.bijgekleurd.wordpress.com