ik bleef geduld beoefenen jaren na elkaar
tot het geluid van je terugkeer mijn tanden deed klapperen
en ik via de achterpoort mijn vleugels wel moest aanspreken in de kleur
die de lamellen goden me hadden voorgezongenen ik zo onder het vergrootglas met de
kromgetrokken gouden randen
kon verdwijnen
...dwijnen
...dwijnen
dwijnen...
zwijmen
zwijmelend overlopend van kwijnzucht en verstrikt geraken
in de lobby van uw engelvaste
binnenvacht