Met haar kleine gestalte loopt ze een beetje verloren in de drukte.
Ik hoor haar iemand vragen waar ze de metro naar Malaga kan nemen.
De vrouw reageert niet, waarschijnlijk een toeriste die de taal niet begrijpt.
Dan kruisen onze blikken elkaar en ik glimlach:
‘Volg mij maar, ik neem de metro naar Malaga.’
Het frêle figuurtje kijkt mij met dankbare ogen aan.
‘Ik volg als een schaduw, ik zal jullie niet lastig vallen.’
‘Ik heb zo’n verdriet,’ hoor ik haar opeens zeggen terwijl ze dapper achter mij aan dribbelt.
‘Hij is een vrouwenloper. Vanochtend is hij gaan vissen. Hij zal wel even schrikken als hij straks vaststelt dat ik er niet ben.’
Ik zwijg, voel dat zij haar hart wil luchten.
Ik vertraag mijn pas.
‘Hij is jaloers op mij. Gisterenavond was er een dansavond. Ik dans heel goed, alle mannen komen mij halen. Hij kan er niks van maar ik heb wel gezien dat hij ondertussen aanpapte met die blondine. Hij heeft haar zonder twijfel zijn curriculum vitae voorgelegd.’
‘Ik heb zo’n verdriet.’
In de metro installeert ze zich op de bank naast mij alsof we ons leven lang vriendinnen geweest zijn.
Ze is zo klein dat tippen van haar voeten amper de grond raken.
‘Ik weet wel dat hij bij me blijft voor het geld. Hij heeft niks, ik betaal alles. Maar dat deert me niet. Ik heb geld genoeg.’
Wanneer we 20 minuten later Malaga centrum bereiken, ken ik het hele levensverhaal van deze intrigerende ‘poor little rich girl.’
Even speel ik met de gedachte voor te stellen haar biografie te schrijven.
Op de rambla van Malaga is het druk.
Ik voel me bezorgd, bijna verantwoordelijk voor deze fragiele dame.
‘Ken je hier de weg? Zullen we straks afspreken, dan gaan we samen terug?’ stel ik voor.
Maar dan tovert ze een stralende, bijna ondeugende glimlach tevoorschijn, gaat op haar tenen staan en slaat haar armen om mijn nek. Ik krijg zowaar een knuffel en een dikke kus.
‘Jij bent een engel. Ik had zo’n verdriet maar nu voel ik me beter. Ik ga een zakje noten kopen. Er is een klein winkeltje in de stad waar ze echt vers gebrand zijn, veel lekkerder dan wat ze verkopen aan die toeristische standjes. Ik ben lang voor jou terug.’
Ze maakt een pirouette en verdwijnt kwiek als een balerina tussen de menigte.
Tevergeefs probeer ik nog een glimp op te vangen dan de 92-jarige mysterieuze
danseuse.
Een goed gevoel overspoelt mij.
Misschien was het een engel.