Een kluwen schaduwen
rolt rigoureus
de scheidingslijn over.
Het is de zee die ons vertelt hoe laat het is,
haar spiegel stijgt, het water aan onze lippen.
De ratelende ratrace die ook zonder motor
ronkend roeit.
Verloren sporen in de modder van haar ziel.
Ik loop op de lijn
- bijna evenwijdig nu -
en ik verdwijn
driedimensionaal.