U zult het mij wel eens willen vragen,
Lijdt u aan spelling armoede of is het een tik,
Flaams schrijft men toch met een v, daargelaten,
Of hebt u last van een pennige hazenlip.
Merci voor uw attentieve vraag,
Moeilijk is het niet, ik verklaar:
De letter v is zacht en omarmend,
Zoals de vlaming is, erbarmend,
Ook inlevend en verdraagzaam,
Dat de V van Vlaming belichaamd.
Maar de laatste verduisterende jaren,
Verharde het hart van mijn zoete Vlaming,
Zijn retoriek werd harder en beschamend,
Met demagogie in het verschiet en dwangmatige canoniek,
De Vlaming met een V werd bangelijk zuur en Fanatiek.
Onze geschiedenis leende ons mensonterende projectie,
Ook Voltaire, Rousseau en Nietzsche, zijn van de partie,
Die de doorgedrongen gevolgen konden beschrijven,
Over de nakende verderfelijkheid van ons denken.
De F krijgt zijn terechte plaats,
Als propaganda, fanatisme en haat,
Gedirigeerd wordt met doorgedreven ideologie,
De overhand nemen van onze ingeleverde esprit.
Alle sterkte gewenst, ge bent nu geïntegreerd,
Een oer echte Flaming bent u schijnbaar weer,
Het is mij duidelijk, u duldt geen andermans verweer.
Voila, zo heb ik voor u het onderscheid gemaakt,
Tussen de V en de F, onpartijdige letters en onschuldig naakt,
Doch zo vindingrijk in een zinsverband,
Ik hoop dat mijn intenties duidelijk mogen zijn,
Wie ik aanwijs en met welke verhaallijn.
Silex