Heer God, ik heb uw hart zo vaak bespuwd,
en even zoveel keer hebt gij het verdragen,
mijn zielskreten waren immers niet gauw geluwd,
maar jij hield vol ondanks mijn vele klagen.
Je hebt je in mijn hart genesteld,
als een hond, door mijn kreten verwond
maar zo lang je geest je kon dragen
legde je vurige kolen in mijn mond.
Is er een andere kant aan dit alles
zo vraagt de toekomst zich vaak af,
laat geluk af om mij te naderen
of is het alleen in verdriet dat je me wilt dragen?
naar Samen van Jotie 't Hooft