Een veel te korte nacht...
sonnet
Wie heeft er ooit het zomeruur bedacht?
Wie zorgt ervoor dat wij als arme schapen
alweer een uurtje minder mogen slapen?
Wie hoort er onze droeve jammerklacht?
De aandrang om te geeuwen en het gapen,
de rampspoed na een veel te korte nacht,
‘t beroepen op de laatste levenskracht
om ’t eigen lome lijf bijeen te rapen.
Maar goed, het valt toch ook niet te negeren:
dat geeuwen doet zo nu en dan wel deugd,
breed gapend al die kaakspieren masseren
bezorgt een mens genot en levensvreugd.
Want zie hoe velen ‘t vlotjes imiteren:
begint er één, dan volgt de rest verheugd…