Een vette kluif.
Sonnet
Een vette kluif voor dure advocaten;
die voelen zich waarschijnlijk opperbest:
corruptie in het Belgisch voetbalnest,
’t gegraai van frauduleuze onverlaten.
Veel rekeningen werden vetgemest;
de fiscus, die werd buitenspel gelaten
door oelewappers die al veel bezaten,
maar die fairplay vermeden als de pest.
Dus mogen d' advocaatjes volop brullen;
ze staan er alvast fel en hitsig bij.
Nu ook zijzelf hun zakken kunnen vullen,
zijn zij weer heel gehaaid van de partij
om boeven naar de vrijspraak te gaan lullen,
als hoeren van de misdaadheerschappij...