"Noem het een afwijking", zei ik tegen mijn vriend op het terras van het café. Het was één van die eerste warme dagen. Overdag was het zo warm geweest dat ik 's avonds mijn korte broek nog aan had. Het leek wel alsof het volop zomer was. Ik vertelde verder over mijn zogenaamde afwijking op basis van het artikel dat ik die dag in de Nederlandse krant had gelezen. "Lees je nu ook al Hollandse gazetten?" onderbrak hij me. "Ja, maar laat me eerst over die afwijking vertellen", zei ik beslist. "Het is bijna zomer en in die krant stond een artikel over Zwarte Piet. Over dat voorval met die protestbeweging. Noem ze maar de pro-pieten. Die hielden op de autostrade een andere beweging tegen. Dat waren eigenlijk de anti-pieten en die wilden in de stad tegen Zwarte Piet betogen. Volgens de rechtbank mocht de ene groep de andere niet tegenhouden en nu moeten de pro-pieten voor het gerecht komen." "Ik ben benieuwd waar dit naartoe gaat", zei mijn kameraad, terwijl hij een flinke slok van zijn pilsbier nam.
"Kijk", ging ik verder, "ik kan er gewoon niet tegen dat ze het nu, toch bijna zomer, in de krant over winterse toestanden hebben. Dat rijmt niet. Ik wil nu niets over Sinterklaas lezen. Dat is voor na de zomer. Wacht, nog een voorbeeld. Ik verdraag in de zomer ook niet dat ze op tv een winterse serie uitzenden. Ze moeten een beetje respect voor de seizoenen hebben. Nu wil ik op tv mensen met een t-shirt zien, of personen die zoals ons buiten op een terras zitten." Mijn vriend had ondertussen een nieuw rondje besteld. Voor hem was het een koffie. "Of wintergroenten", ging ik verder. "Die eet je toch ook niet in de zomer." "Tja, ik ben daar eigenlijk niet zo mee bezig", antwoordde hij, terwijl hij zijn handen aan zijn tas koffie opwarmde. "Ik eet gewoon waar ik zin in heb. Maar wat ik wel weet", zei hij op zijn beurt beslist, "is dat ik het aardig fris begin te krijgen. Volgens mij komt dat van jouw winterse verhalen. Je kan misschien beginnen met minder Hollandse gazetten te lezen. Daar word je precies niet vrolijk van." Ik zag nu ook dat de zon al achter de huizen was gezakt. Op mijn blote benen begon ik kippenvel te krijgen. En mijn glas bier voelde ijskoud aan. Gelukkig was er binnen nog plaats. Naast de verwarming.