Kleine Josefien was nog nooit op de kermis geweest. De flikkerende lichtjes en de schreeuwerige muziek overvielen haar. Ze werd er heel stil van.
Wat wil je eerst doen? vroeg papa.
Josefien antwoordde niet. Nochtans wist ze dat ze eendjes kon vissen en dat er een schietkraam was. Papa had verteld over het lunapark met kleine en grote knuffelberen en over de machine met gratis lolly’s. Ze had zich de botsautootjes voorgesteld waar ze samen met papa in wilde. Thuis leek alles zo leuk. Nu verstijfde ze.
Wat is er, Josefien? Vind je het niet fijn hier?
Ze deed haar handen over haar oren en hurkte ineen, haar ogen kneep ze stijf dicht. Ze voelde zich angstig, overweldigd door al die flitsende kleuren en geluiden.
Papa streelde over haar rug. Rustig maar. Wil je eendjes vissen?
Hij tilde haar op en droeg haar naar het viskraam. Daar waren nog kinderen. Ze zag zelfs Lina, een vriendinnetje van school, maar bleef zwijgend in papa’s armen.
Vijf keer tien eendjes, alsjeblieft.
Papa kreeg een hengel en een mandje. Met haar handen nog steeds over haar oren keek Josefien naar de kleurrijke eendjes die in een rijtje voorbij dobberden en naar de overdaad aan speelgoed. Ze had gehoopt op een brandweerauto. Die zag ze niet, maar de clownspop op de tweede rij leek haar ook wel leuk. Ze wees ernaar, nog steeds zonder iets te zeggen, en legde daarna direct weer haar hand op haar oor. Papa knikte.
Voor die clown moet je 60 punten verzamelen. Probeer de blauwe eendjes te vissen, die tellen elk voor 10 punten mee.
Hij reikte haar de hengel aan. Eindelijk deed ze haar handen van haar oren. Met het puntje van haar tong uit haar mond deed Josefien haar uiterste best om eendjes te verzamelen. Heel geconcentreerd hengelde ze er tien bij elkaar. Ze stak haar volle mandje uit naar de foorkramer.
Rood is vijf maal drie is vijftien, geel is acht maal vijf is veertig, blauw is tien maal twee is twintig. Vijftien plus veertig plus twintig is vijfenzeventig. De eerste en de tweede rij, meneer.
Papa lachte naar haar. Josefien lachte terug. De vrolijke clown kon mee naar huis. Ze was haar angst vergeten.