eenzitter i, ii, iii

F&D
14 okt 2020 · 29 keer gelezen · 2 keer geliket

i. eenzitter

 

het monotone gezang van jouw 1000 woorden

zet geen zoden aan de dijk

 

verspilt jouw kreet om aandacht

behoeft nihil te zijn

 

een nietsvermoedend leger trekt voorbij met monstrueus gedraaf

heelt zich in de zonde ‘wij volgen dociel’

 


en jij, aan de kant van jouw weg, staat daar

met een gesluierde megafoon

om er ontroostbaar flets te zijn

 

 

ii. eenzitter

 

praten om mezelf te verlaten

spekt trefzeker het verlangen

waar mijn woorden naar reiken

 


- Jezus, wat zit ik hier te zeiken!

 


‘met wat humor hinnik jij je er wel door’

zegt mijn alter ego me aanstonds voor

 


ik grijns naar mijn ‘Sonneprag 14°’

 


,zucht,

 


zink trillend verder in

dit

aanslibbend

poëma;

 

 

 

iii. eenzitter

 

stil stilerend strijdend om mijn bestaan

vergaan verworden neerhalend

het transparante gordijn mijner zijn

 

wat blijft is de singelaar

single-aar

et singulare tantum:

 

wrok haat liefde

 


simsalabim bevredigt loos

mijn stiltestad

mijn stiltestad

die sluimert in mijn mini-egobad

 

 

uit eenzitter - zie ook eenzitter iiii

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

F&D
14 okt 2020 · 29 keer gelezen · 2 keer geliket