elke dag
om half acht
het venster op de tuin
koffiezetten
het genoegen van de nauwgezette trage handeling
de sensatie van de vinylzwarte smaak
elke keer alsof het voor het eerst is
terwijl hij doorloopt
buiten de verdroogde bloemknoppen
uit de uitbundige rozenstruiken knijpen
eronder een overvloed aan rode vruchten
schijnvrucht
wat een naam
de hand nog kunnen voelen
op een hand die wilde aardbeien plukt
en dan denken aan het verschil
tussen seks en liefde
en daarbij de slappe lach krijgen
en dit allemaal nadat je om zes
triomfantelijk de ene na de andere voet
naast het bed had gezet
verwonderd was dat je nog wist hoe het heet
rechtop op het matras te zitten
rechtop zitten
ja zo noem je dat
het is altijd zo geweest
had je nog gedacht
nooit heeft het anders dan zo geheten
je wist het nog dat je dat had gedacht
om negen
welke dag het ook mag zijn
had de afstand naar de fauteuil je nooit zó ver geleken
en plots was daar ook die aarzeling
te durven door het venster te kijken
aan de straatkant
de gordijnen opzij
spuuglelijk lijken ze jou vandaag
onthutst kijken
vol ongeloof staren naar alles
wat zich daarbuiten afspeelt
nieuwe onbekende dingen
echt vreemde dingen
om half tien
die boom
neen die heeft daar nooit gestaan