Achter de bomen zijn de bergen groen.
Achter mij ben jij vergeten kleuren.
Achter-gronden die er niet toe doen.
Neem mij ook eens mee,
helemaal naar boven.
Naar het dalen van de groene zee.
Naar de dagen waar geen kaarsen doven.
En wanneer op een dag. Want op een dag.
En wanneer. En ja. En dan.
Dan zullen we zien. Dan. Zien.
Zullen we? Zal ik?
Blijkt dat bergen groen kleuren achter bomen.
Blijkt dat jij mensen daarheen vervoert.
Blijkt dat het niet moeilijk is daar te komen.
Wanneer je op een dag je verbeelding ontmoet.
En op een dag. En ik zal. En dan.
Dan zullen we zien. Dan. Zien.
Zullen we? Zal ik?