En wat dan nog
dat je hier staat te staren
naar het glas
dat aandampt van de adem die maar niet heet wenst te worden.
Woorden beklemd in de as op mijn hand. Je had maar niet moeten komen.
En wat dan nog
als de leegte in de kamer zo stil is geworden
dat de druppels zweet bonken op je voorhoofd
en hopen gesmaakt te worden in je gesloten mond.
En wat dan nog
als ik ga liggen
op het tapijt waar je nam
en nam
en kwam
en zo de nutteloosheid van de dag uitbuitte.
Wat dan
te doen
te zeggen
te begrijpen dat ik hier ben gewoon omdat ik dat wil
mijn tijd is mij gegeven
een kado dat alleen ik mag uitpakken
als ware het een bom die wilt ontploffen in mijn gezicht.
Was het maar
dan ging ik tenminste ten onder
met een reden.