voor een Maar zien we donkere snelwegen
het huis kijkt niet meer naar ons om
in het bos verlaten we bomen keer op keer
het moet een fee zijn geweest met een plan
tot duizend witte takjes tevoorschijn kwamen
rondom het bassin is een vulkaan onzichtbaar
vissers halen schuimende vis uit het badwater
we besluiten geen taxi te bestellen en voeten
zijn boven waar zeven ezels voorzichtig blijven
de zon breekt door waar nevel koppig hangt
voor veel meer dan een Maar of twee Maren
stijgen kilometers in bewondering en benen
de stilte van het bos zwijgt over ons
naar schijnbaar verlaten dorpen dalen we
wind waait door het haar op de heuvelrug