De kachel brandde toen nog en gordijnen
hielden warmte binnen.
Leefhoek (vier bij dertien)
bevatte ouders en vijf kleinen.
Kokend water in een aarden kom,
druppels eucalyptus - zeker tien -
en een handdoek in de aanslag,
want mijn neus zat vast: een snotkolom.
Maar mijn hoofd te buigen,
mijn snufferd in de warmtegrot!
Hitte slaat me in 't gezicht. Ik stik.
Af dat vod! Hart, bedaar.
De start van levenssmart.