FAF Kitona (1)

20 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Als er ergens een rode draad loopt, dan is hij meer dan vijftig meter lang, blauw als een veld met baby-ogen en met wat geluk keert de rust terug, komt er een einde aan de zoveelste oorlog.

 

Het is pas When The Saints Go Marchin’ In dat er echt te veel stof aan de naald hangt en ik blazen moet. Ik dep daarna de zweetdruppels die op zijn voorhoofd staan en ik vraag of hij recht wilt zitten, of ik water inschenken mag, maar hij reageert niet en het zal pas tien minuten later zijn, bij I Want To Walk You Home, dat hij zijn hoofd naar links beweegt, de ogen opent, dat hij een hand op mijn onderarm legt en uitputting een zucht vindt.

 

Fats Domino is geen piloot van een T-6A en weegt, voor hij een noot speelt, niet eerst af welk geschut hij zal inzetten, mitrailleurs met kaliber punt driehonderdendrie, één of meerdere van de zes rockets of de general purpose bommen.

Zijn vingertoppen glijden over de onschuldige toetsen. Tonen komen uit zijn hart gestroomd, noten met een drive vol vrolijkheid. Zijn muziek heelt, probeert het tenminste. Ik ken vele frases uit het hoofd en dan bedoel ik die van mijn grootvader, Jim Kilroy. Zegt hij : “Diving sixty degrees, standing on the rudder pedals, pointing the nose on the target and...”, dan vul ik altijd aan met : “Shoot to kill!”

 

Nochtans heeft hij geen van deze woorden zelf uitgesproken, toen in 1960.

De technische uitleg betrof het gebruik van de raketten en kwam uit de mond van Etienne, een ancien van de Tweede Wereldoorlog.

De kortere citaten laat hij meestal aan mij over en soms gebruik ik zelfs afkortingen, zeg ik enkel “S-T-K!”.

We hebben een taal ontwikkeld die enkel wij twee volledig begrijpen.

Yes! S-T-K!” herhaalt hij en als ik op een dwaze dinsdag zeg dat het niet staat voor Steve Kirsch of Satellite Tool Kit, dan glimlacht hij voorzichtig, dan verwijt hij mij geen gebrek aan respect. Hij sluit de ogen en probeert in te slapen.

 

De lakens waarin hij ligt zijn lichtgrijs omdat er weinig licht is in de kamer. Ik weet dat ze het proberen, om wit te zijn, maar de rode draad is dus blauw! Zoals het hoort.

Hij loopt door twee levens, die van mijn grootvader, Jim en van mijzelf, Jonathan Van Hyfte. Door het het leven van mijn vader, Franky Van Hyfte, loopt de draad niet. Dat was niet zo en dat kan nu ook niet meer.

Mijn moeder Marie-Rose Kilroy kent de draad wel maar hij loopt over haar buik. Ze weet hoe de garens voelen, maar kent niet de vele frases, noch de vele details van alle nare dromen, want mama slaapt in een kamer boven de living.

Ik daarentegen slaap in grootvaders kamer, in onze kamer, een voutekamer boven een kruipkelder.

 

Zelf zal ik nooit alleen slapen, en piloot worden, dat wil ik niet, maar ik weet hoe het voelt, om een vliegend doelwit te zijn, om na de landing het aantal gaten in de romp te tellen. Ik weet precies hoe veel er zijn en ik ken zelfs het geluid dat het aluminium maakt als ik met de onderkant van de linkervuist onze Harvard T-6A een klopje geef, uit dank. Hij heeft ons teruggebracht en we leven nog.

 

 

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

20 nov 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket