Groot was de kamer en groot mijn verlangen
Jou als een grote edelsteen te zien.
Het was een schedellichting. Roesranzig
Zag ik in jou een continent en echte vragen.
Het was een val op winkelniveau, niet?
Daar, daar: de droesem zal ons oplappen,
De schaatsrit zal ons sterken!
Zo kwam ik tot jou en jij kwam eenvoudig
Tot ochtendstemming ongelaarsd nog
Lakend het lef
De mond van de waarheid
Vonden niet zelfs de obers dat ik goed gekleed was?
In het museum zelfs, niet bij de oudste factorij
Het postportaal