ademloos verdwaald op zoek naar een wak
zwem ik onder een opvouwbare azuurblauwe spiegel
ik slalom om meterslange gordijnen in mistgrijs
perfect rondgestolde luchtbellen
ik dirigeer bij wijze van S-O-S echo’s van barstend ijs
in een akoestisch bombardement met de aandrang als straaljager
in een ijzig applaus bij min tien door de barrière te breken
jij betreedt onwetend schuifelend het midden van het zoete meer
op weg naar de overkant zie je mijn zwarte vinnen onder je door glijden
rozigmoe van het kegelen met ijsballen wordt je alsnog geveld door hongerklop
wanneer is de laatste walvis hier zingend
aan het oppervlak
geraakt?
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.