Hier hebben wij hen opgevoed,
in het kleine land van feestartikelen.
Hier leven dolle dwergen,
achterbakse burgers en dwaze boeren
die bang onder balken blijven bukken.
Soms verlaten zij hun huizendoos
en ontdekken nieuwe spellen,
gezelschapsgames van internationale crèches.
Dan dijen ze wonderbaarlijk uit
en blijven in het buitenland,
reuzenpeuters in vreemde speelzalen.
Blijken ze aan hun eigen koffer verknocht,
dan knappen hun ballonnen bij terugkeer
door de splinters van hun balken
of schieten ze er schichtig onderdoor.
Hun rubberen zakjes lopen leeg, verrimpelen stil.
Wat hebben wij hun aangedaan?
Wij hebben hen hier opgevoed,
in het land van lieve lilliputters.