Ik sluit het raam want het is plots hard beginnen waaien. De pluizige zaadjes van de eindeloze populieren sneeuwen mijn kamer onder.
Ik luister graag naar hun gefluister, maar vandaag klinken hun groene stemmen steeds luider. Het zachte roezemoezen zwelt aan tot een protest.
Peinzend trek ik met een éen hand de gordijnen dicht.
Wat willen deze troosteloze reuzen me vertellen ?
Zij weten alles over het leven en de dood.
Huiverend had ik toegezien hoe vader een put groef voor onze hond . In een rood–zwart geblokt dekentje gewikkeld lag hij op het
donkere, vochtige gras
In een waas zag ik hem zakken. Rust zacht liefste Rex
Hij ligt er niet alleen. Vader zegt dat onze tuin éen lijkput is
Moeder hangt haar lakens nooit buiten te drogen. Onze tuin grenst aan het kerkhof .
De populieren zijn de enige getuigen van de zombies die de urnen schudden als een strooibus.
De zwarte heksen dansen in het maanlicht . Hun geelogige katten loeren likkebaardend
en verlaten hun schuilplaats in de kruinen om de as op te snuiven .