Haar ogen straalden als sterren in de nacht. Haar bruine krullen vielen perfect in haar gezicht. Thijs zat aan de rand van haar bed. Wachtend tot ze wakker werd. Wat moest hij zeggen tegen haar? Hallo? Ik heb je terug ontvoerd? Hij had problemen gekregen met zijn meester. Ze mocht eigenlijk niets weten van Felidi. Want de kans dat ze weg liep was groot. Wat ze ook eerst geprobeerd had. Maar hij had haar gelukkig terug kunnen vinden. Alleen hield ze er een gebroken been aan over. Gelukkig dat ze de kracht bezat om zichzelf te weren tegen de auto. Anders had het niet zo goed afgelopen. Het zat in haar bloed. Het zat in elke tijger zijn of haar bloed. Zolang één van de twee ouders maar halftijger was. Sommige kinderen werden niet geboren met de kracht. Het was een kwestie van genen. Hij legde zijn hand op haar hand. Het voelde ijzig koud. Alsof je een ijspegel vasthield. Misschien kon hij beter een tijdje van haar wegblijven. Zodat Thomas met haar kon praten. Ze vertrouwde hem waarschijnlijk meer dan mij. Hij trok zijn hand terug en liep naar de lavabo om een glas water te vullen. Ze had misschien dorst als ze op stond. Hij voelde het koude water gedeeltelijk over zijn hand stromen. Hij liep terug en zette het glas op haar nachtkastje. Binnenkort zien we elkaar weer. Binnenkort zullen we samen de wereld redden.
Lieze hinkelde met haar krukken de straat over. Iedereen had gehoord over 'het meisje dat overreden was en daarna spoorloos verdween'. Ze had hen wijsgemaakt dat ze in het ziekenhuis lag. Maar niet iedereen geloofde haar honderd procent. Omdat Tina ook een hele dag verdwenen was. Ze moest haar dringend spreken. Maar ze moest onderduiken. Omdat Felidi haar geheugen wilde wissen. Waarschijnlijk hadden ze geen andere optie. Lieze liep naar binnen en zocht Tina. Maar op de hal was ze nergens te bespeuren. Met haar krukken probeerde ze de trap op te klimmen maar haar ketting bleef aan de leuning haken. Dat domme ding hield haar de hele tijd op. Maar ze kon hem niet anders dan aandoen. Anders ging ze misschien midden op school transformeren. Ze had al problemen genoeg. Ze opende de deur van haar lokaal en wandelde binnen. Iedereen stond haar aan te kijken. Alsof ze een muis was met twintig uilen die op haar af gingen springen. Ze zocht vluchtig naar Thijs maar die was nergens te bespeuren. Toen ze gisteren voor de tweede keer wakker werd in Felidi had ze hem ook niet gezien. Het was ondertussen al woensdag. De week was sneller voorbij gegaan dan ze zelf had beseft. 'Lieze!' zei Tina gelukkig. Ze sprong als een Jaguar op haar prooi. 'Ik heb je wat goed nieuws te vertellen. Maar dat zal ik je wel vertellen tegen de pauze.' Lieze knikte en probeerde op haar stoel te klimmen. Tina nam haar krukken over en zette ze tegen de muur. Gelukkig dat het een halve dag was, want ze moest Thijs vinden. Ook al kostte het haar de hele namiddag. Ze ging hem vinden.
De schoolbel rinkelde door de gang. Lieze rende vlug de deur uit samen met Tina.
'Waar gaan we heen?' vroeg Lieze.
'Wat dacht je van die nieuwe broodjesbar om de hoek?' stelde Tina voor.
'Daar ben ik nog niet geweest. Maar na deze zware dagen wil ik wel eens iets nieuw proberen.'
'Maar zoals ik al zei had ik goed nieuws. Ik ben gisteren ondergedoken in het huis van een oude vriend van mij. Daar heb ik op de computer wat informatie over Felidi opgezocht.'
'Vertel Tina!'
'Het blijkt dus dat ze de wereld bestrijden tegen een onbekende vijand. Ik kon niets vinden over deze tegenstanders maar daar zal je waarschijnlijk zelf wel achterkomen. Ze zoeken alleen nog maar de uitverkorene. Deze heeft het eeuwige leven en kan die van dochter op dochter overgeven. Maar dat is niet het enige nieuws. Ik ben naar de slotenmaker geweest. Hij heeft wel het boek nodig.'
'Waarom gaan we dan niet direct naar daar?'
'Oké, goed plan.'
Ze wandelden de straat uit. Ze hadden geluk dat de slotenmaker om de hoek was. Naast de overheerlijke bakkerij van de stad. Ze wandelden naar binnen. Uit haar schoudertas haalde ze het rode boek. 'Meneer, kunnen wij een sleutel krijgen van dit slot?' vroeg Lieze. De oude man nam het boek in zijn handen en liet het van zijn ene hand in de andere vallen. Hij liep ermee naar de achterkant van het gebouw waar niemand mocht komen. Tina en Lieze keken vreemd naar elkaar. Vanachter de deur hoorde ze vreemde geluiden. Alsof een pijp door elkaar werd gezaagd. De deurklink ging naar beneden en de man kwam terug tevoorschijn. 'Ik heb een kopie gemaakt.' glimlachte hij. Tina rekende af en ze liepen naar buiten. De zon scheen fel in hun ogen. 'Laten we naar mij thuis gaan.' zei Tina. Lieze knikte. Thomas kon ieder moment thuis zijn. Ze wilde niet dat hij wist dat ze hiermee bezig was. Geheime informatie ontrafelen was sowieso verboden. Misschien deden ze erge dingen met mensen die de wet overtreden. Hun handen breken ofzo. Ze arriveerden aan Tina haar huis. Haar voorgevel was zoals altijd bekleed met klimop. Het liep tot boven het balkon. Ze opende de bruine deur en ze liepen naar binnen. Lieze herkende de kaders die omhoog hingen. Op eentje zag ze Tina aan het strand samen met haar moeder. Met hun haren die met de wind mee in hun gezicht vlogen. Een glimlach verscheen op haar gezicht. 'Laten we het boek openen.' zei Lieze. Ze rende naar de zetel en sprong erin. Bij Tina voelde ze zich haar altijd thuis. Tina legde het boek op de salontafel en nam de sleutel. Bibberend stak Lieze de sleutel in het slot. Ze hoopte dat de sleutel erin zou passen. Dan was ze al een stukje verder. De sleutel klikte in het gaatje en ging vanzelf naar beneden. Haar mond viel open. De eerste pagina's van het boek vlogen open. Een fel licht verlichtte heel de kamer. Lieze moest haar ogen met haar armen beschermen. 'Wat was dat?' vroeg Tina verbaasd. Maar Lieze vond geen woorden en bleef naar het boek staren. Hoe kon zoiets? Haar hand reikte naar het boek. Eerst probeerde ze het aan te raken met haar vingers maar er gebeurde niets. Ze nam het op haar schoot en bladerde erin. Alleen waren de laatste bladzijden niet leesbaar. Ze leken aan elkaar geplakt. Tina keek geconcentreerd mee. Ze voelde haar warme adem in haar nek. De eeuwige oorlog tussen Felidi en Micio bestaat nog steeds. De oorlog zou verbreken als de uitverkorene het boek van de 8 elementen vind en die alle 8 plaatst in het slot. Maar als het boek in de handen van de Micio valt, zal de wereld in eeuwige duisternis vallen. Over de uitverkorene is niets geweten. Zal deze niet over het eeuwige leven beschikken zal de wereld niet te helpen zijn… Lieze las aandacht de acht elementen. De sleutel van de godin Tigre, een stukje van de uitverkorene zijn of haar diamant en de zes kettingen van de raad van zes. Ze had geen idee wat de woorden wilden zeggen. Alleen kon ze eruit afleiden dat Micio de vijand was. Maar daar had ze ook nog nooit van gehoord.
'Wat ga je met deze informatie doen?' vroeg Tina.
'Ik heb geen idee.' zei Lieze terwijl ze met open mond naar het boek staarde.
'Misschien moeten we het toch aan Thijs of Thomas vertellen?'
'Ben je gek? Ze gaan dit sowieso afnemen. Laten we beginnen met het eerste element?'
'Lieze, wees eerlijk je gaat dit nooit in je eentje vinden.'
'Jawel Tina, ik voel het. We mogen het nu niet opgeven. Als ik deze informatie kan vinden, kan ik hen aangeven en ben ik misschien bevrijd!'
Lieze zag de bezorgdheid in haar ogen. Ze wist dat Tina dit een slecht idee vond. Maar ze kon toch nu niet stoppen? Na dat ze al zo ver waren? Tenslotte kon Tina niet meer naar buiten komen. Want de kans dat haar geheugen gewist werd was groot. Misschien was er een andere oplossing. Die moest er zijn. Ze bladerde vluchtig door het boek. Alleen de uitverkorene krijgt visioenen van de godin Tigre. Wanneer een gewone sterveling Felidi ontdekt, krijgt hij de keuze om agent te worden of zijn geheugen wordt gewist. Wanneer deze vraag niet wordt gesteld en het geheugen wordt toch gewist. Dan bestaat de kans dat de sterveling zich later terug kan herinneren wat er gebeurd is.
'Tina, ik denk dat ik de oplossing gevonden heb.'