vroeger, als de wind uit de juiste hoek kwam gewaaid
klepperde de brievenbus
klopte ze op eigen deur aan
en stond een tijdje tegen zichzelf te praten.
de hond heeft dit windspel nooit begrepen
zag in hondengedachten altijd iemand aan de andere
zijde staan, met hetzelfde ongeduld trappelen
en een natte klamme neus onderaan de deur geduwd.
laat dat nieuws toch binnen, in godsnaam, maak misbaar
en let op verse geuren die uitbundig aan broekspijpen
en schoenen kleven, misschien een langverwachte flard
van een boodschap van het teefje van de buren.